Inlay Lake & Mandalay

Vanuit ons heerlijke hotel in Bagan werden we om 8 uur s’avonds opgehaald door een tuktuk die ons naar het busstation bracht.
Daar stond een grote touringcar al klaar die ons naar Inlay Lake bracht.

Het was een rit van ongeveer 8 uur en een half uurtje pauze waardoor we de volgende morgen om kwart over 4 s’ochtends op onze bestemming aankwamen. Gelukkig was ons nieuwe verblijf hier op voorbereidt en mochten we nog wat uurtjes in een tijdelijke kamer slapen.

Rond 10 uur kregen we de sleutel van ons nieuwe onderkomen en ben ik het stadje te voet gaan verkennen. Nyaungshwe is een heel relaxed stadje en deels ingericht op toerisme. Er is een afwisseling van lokale en westerse restaurants, de mensen zijn ontzettend vriendelijk en je kunt er heel gemakkelijk een fiets huren om de omgeving te verkennen.

Na een heerlijk chocolade croissant te hebben gegeten keerde ik terug naar de kamer. Thijs had een lekker dutje gedaan en weer volop energie om de rest van de gezellige straten met mij te verkennen.

Bij een klein reisbureautje huurde we twee fietsen en boekte we voor de volgende dag een boottocht over het Inlemeer.

Het Inlemeer is een meer in Myanmar. Het is bekend vanwege de op palen gebouwde dorpen, de drijvende boomgaarden en de beenroeiers. Het meer is ruim 20 km lang en op zijn breedst ruim 5 km. bron: Wikipedia

Na een rustig avondje zijn we vroeg gaan slapen. De volgende morgen kregen we bij ons hotel een stevig ontbijt en sprongen we om 3 voor 8 op de fiets op weg naar het reisbureau wat 200 meter verderop was.

Vanuit daar liepen we naar de longtail boot die ongeveer 1,5 km verder was. Onze kapitein deze dag heette Soso en we werden vergezeld door een Chinese vrouw die zich als Madre voorstelde ( bleek achteraf Margaret te zijn).

In de haven kregen we ieder een stoel toegewezen in de boot en ontvingen we een regenjassie met een paraplu. Slecht voorteken dacht ik en ja hoor we waren de haven nog niet uit en het begon te stortregenen voor ongeveer een uur.

Precies dit uur zaten we ook in het bootje opweg naar de eerste stop; een zilversmid op water. We kregen een rondleiding door de werkruimte en werden daarna door de shop geleidt. Alles was in eerste instantie super duur maar bij ieder sieraad was het de bedoeling dat je flink ging onderhandelen. En ook al was het een hutje op palen in het water je kon er wel met je Mastercard betalen haha.

Gelukkig was het opgehouden met regenen en gingen we naar een ander huisje waar papieren parasols en lampen werden gemaakt. Ook zaten daar vrouwen van de longneck tribe die aan het weven waren.

Vanuit daar hebben we nog verschillende stops gemaakt bij een pagode, restaurantje, werkplaats hoe ze longtail boten maken, vrouwen die sigaren draaien, een lokale markt, een klooster en de bijzondere beenroeiers. Dit zijn vissers die met één been roeien terwijl ze aan het vissen zijn met een net. Na deze indrukwekkende en intensieve dag van 8 uur s’morgens tot 5 uur in de middag (die overigens nog geen € 6 euries de man kostte) hebben we s’avonds niet veel meer gedaan dan een hapje eten.

De volgende dag gingen we tussen de regenbuien door fietsen naar omliggende dorpjes. Hier zagen we het dagelijks leven aan ons voorbij gaan. In de namiddag was er voor de derde dag een grote optocht aan de gang. We vielen met ons neus in de boter want het was het festival van het jaar. Heel het stadje liep uit in mooie kleding en zelfgemaakte poppen en bomen met geld erin. Ze liepen in een stoet door Nyaungshwe met trommels en andere zelf gemaakte instrumenten opweg naar de tempel.
Het was een levendige en vooral gezellige stoet van ongeveer 40 minuten met groepen mannen,vrouwen en kleine kinderen.

Na deze bijzondere ervaring hebben we gauw wat gegeten en werden we in de avond opgehaald om met de bus weer verder te reizen naar Mandalay. Ook nu vertrok de bus rond 8 uur en zouden we om 4 uur in de morgen op onze laatste bestemming van het bijzondere land Myanmar aankomen. Het was een verschrikkelijke busrit want niet alleen de airco stond op 12 graden waardoor het heel de rit ontzettend koud was. Precies achter ons zat er een zieke man die heel de reis heeft overgegeven en ook al waren we beide muziek aan het luisteren zijn geluid kwam er ver bovenuit en de zure lucht zal ik je maar besparen.

Om 4 uur s’morgens kwamen we aan op het busstation in Mandalay. Ons hotel bleek aan de andere kant van de stad te zijn en met een taxi kwamen we daar om half 5 aan. Het personeel was ontzettend vriendelijk en had zelfs een A4 papier opgehangen met ‘ A warmly welcome mister de Koning’. Nou onze mond viel open! Zo een welkom hadden we nog niet gehad en met een welkomstdrankje in de hand mochten we 9 uur eerder inchecken zonder wat extra’s bij te betalen.

Na een aantal uur te hebben geslapen in een heerlijk bed zijn we de omliggende straten gaan verkennen. Mandalay is de op een na grootste stad van Myanmar . Het is de hoofdstad van de gelijknamige divisie  en ligt op ongeveer 716 kilometer ten noorden van de voormalige hoofdstad Rangoon nu Yangon.

De stad wordt begrensd door de rivier de Irrawaddy (Ayeyarwady) in het westen en ligt in het centrum van de droge zone van Myanmar. Zij vormt één van de belangrijkste handels- en industriecentra van het land.

Het is dan wel niet de grootste stad van Myanmar maar in onze ogen toch wel verder ontwikkeld als Yangon. Misschien kwam het ook omdat het daar tijdens ons bezoek zo ontzettend heet was of de buurt van ons hotel een beetje ver van het centrum maar Mandalay had toch echt een andere sfeer. Het heeft een vierkant stratenplan waardoor het is opgedeeld in blokken net zoals in Newyork.

De volgende dag werden we om 9 uur s’ochtends opgehaald door de taxichauffeur die ons eerder van het busstation naar het hotel bracht. Hij had ons een trip aangeboden die ons wel leuk leek. Eerst maakte we een stop bij de bekendste en grootste tempel van Mandalay. Hier staat een buddha die dagelijks met gouden blaadjes wordt beplakt en vereerd en er gaat een verhaal dat hij vroeger ook echt kon praten maar daarmee ophield toen hij de slechtheid van de mensen zag.

Na deze bijzondere tempel gingen we naar Amarapura daar hebben duizenden monniken gezamenlijk om 10:15 lunch. Netjes in rijen van 2 staan er meer dan duizend monniken te wachten op een kom witte rijst. Ook worden er door verschillende mensen donaties gedaan in de vorm van cake en ijs. Na het eten hebben we rond gewandeld in het klooster en raakten we in gesprek met een monnik die ons uitlegde waarom sommigen monniken een wit kleed aan hadden, en anderen weer een rood of oranje kleed. Dit had te maken met de fases en leeftijd van de monniken zijn.

De volgende stop was de Sagaing berg. Een berg die is volgebouwd met tempels en kloosters. Door de lokale bevolking wordt dit ook wel ‘mini Bagan’ genoemd. Eenmaal boven op de berg aangekomen had je een mooi uitzicht over de stad en kon je de verschillende tempels bezichtigen. Na wat fantastische foto’s te hebben gemaakt van het adembenemende uitzicht zijn we weer bij onze chauffeur ingestapt en vertrokken naar een lokaal restaurantje. Hier hebben we chicken curry op. Dit is kip in een milde curry met allerlei kleine gerechtjes erbij zoals aardappelen, salade, nootjes, gefrituurde visjes, rijst, vissoep en rauwe groente. Na de lunch zijn we met een pondje naar Inwwa gegaan dat is een eilandje aan de overkant. Op dat eilandje hebben we ons laten vervoeren in een paardenkar. Anderhalf uur lang werden we afgezet bij tempels en kloosters. Dit alles was lang niet zo indrukwekkend als de lunch van de monniken die morgen maar het rijden met een paardenkar beviel me wel. Lekker door de modder en soms in galop wat een vrij gevoel.

Na deze ronde zijn we met hetzelfde pondje teruggegaan naar de overkant en bracht de taxichauffeur ons naar de bekende U Bein brug welke maar liefst 200 jaar oud is en 1,2 km lang. De steunpilaren zijn nooit vervangen en gemaakt van heeeeeeeeel sterk teakhout. Ondanks dat er honderden mensen op stonden was het best spannend om er overheen te lopen. Sommige latten werden ter plekke vervangen en door de sterke wind wiebelde de brug flink.

Na een helaas wat bewolkte zonsondergang zijn we bekaf terug gegaan naar het hotel. Om de hoek zat een restaurantje waar we nog wat kip met cashewnoten in zoetzure saus hebben gegeten en zo ging de avond voorbij.

De volgende dag waren we nog een beetje lam en hebben flink uitgeslapen. Na een lange ochtend in bed te hebben gehangen films kijken zijn we in de middag nog wat gaan fietsen. Op de straten is het behoorlijk druk met scooters, auto’s, bussen, fietsers en voetgangers die oversteken wanneer ze hun kans zien. Het was dan ook echt spannend soms. We stopte bij een overdekte markt welke veeeeeeel groter bleek dan verwacht. Achter het gebouw waar vooral veel groothandels zaten was nog een markt en daarachter weer een gebouw met verkopers en handel en toen was Thijs het wel beu om achter mij aan te struinen terwijl ik me heel enthousiast door alle smalle laantjes wringde op zoek naar iets leuks.

We vervolgde onze fietstocht en kwamen een heerlijke bakkerij tegen. Daar hebben we wat gegeten en zijn weer hotelwaarts gegaan.

Het was eigenlijk de bedoeling om vanuit Mandalay door te reizen naar Pyin Oo Lwin en daar een paar dagen te slapen. Maar omdat het hotel ons zo goed beviel en sinds Inlay het regenseizoen ook in Myanmar was begonnen besloten we om dit stadje als dagtrip te bezoeken. In de Brits koloniale tijd van 1824 tot 1948 was dit stadje erg bekend bij de Britten. Zij ontvluchtten het snikhete Mandalay om af te koelen in dit groene hooggelegen dorp. De omgeving deed hen meer denken aan Surrey, dan aan Azië en ze lieten er statige villa’s met grote Engelse tuinen bouwen. Dit stukje geschiedenis is dan ook goed terug te zien, zo zijn er nog koloniale gebouwen en een geweldige botanische tuin die ons meer deed denken aan een park in Nederland.

Helaas zat het weer niet mee en heeft het heel de middag keihard zitten regenen. Om niet helemaal nat te worden hebben we geschuild bij een bakker waar we een andere Nederlandse dame ontmoette. Zij was net aangekomen en ging de komende drie maanden mediteren. Na ons bezoek aan de botanische tuin zijn we terug gegaan naar Mandalay.

De volgende dag gingen we namelijk met een ouder stel uit Australië maar woonachtig in de Philipijnen een boottocht maken.

Deze boot vertrok om 9 uur en bracht ons naar een uur varen op de Irrawaddy rivier naar het dorpje Mingun.

Hier hangt de twee na grootste bel van de wereld en bleken nog een hoop mooie tempels te staan. We hebben gezamenlijk 3 uurtjes rond gelopen en gingen tegen het middaguur weer terug met de boot.
Na een ontspannen tocht terug naar Mandalay hebben we nog lekker geluncht samen. In de namiddag hebben Thijs en ik onze koffers gepakt want helaas pindakaas onze tijd in dit bijzondere land zat er al weer op. De dagen zijn voorbij gevlogen en het landschap en de mensen hebben me echt verrast! Ik wil zeker nog een keer terug want ergens heeft het me flink geraakt en er zijn nog zoveel plekken om te ontdekken.

Liefs!

Djoen en Thijs

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *